De menselijke smaakpapillen kunnen 5 verschillende categorieën smaken onderscheiden. Bitter, Zout, Zoet, Zuur en Hartig. Daarnaast zijn er onderzoeken die suggereren dat er nog een zesde smaak is; Vet. De smaakpapillen zijn zenuwuiteinden op de tong  die door stoffen in het voedsel worden geprikkeld. Deze prikkeling sturen ze door naar de hersenen. Hierdoor ervaringen we ‘proeven’.

Baby’s proeven het meest

Direct naar de geboorte heeft een baby duizenden smaakpapillen. Vanaf dat moment begint ook meteen de afname van het aantal smaakpapillen. Als een kind rond de 10 jaar is, is het aantal papillen reeds gehalveerd. Dit komt doordat er wekelijks smaakpapillen verdwijnen en het lichaam niet meer dezelfde hoeveelheid nieuwe aanmaakt. Rond je dertigste heb je nog 250 – 300 smaakpapillen van het originele aantal over.

Afname smaak

Doordat er gedurende ons leven steeds meer smaakpapillen verdwijnen zullen smaken minder uitgesproken worden.  Hierdoor kan het zijn dat voedsel dat je vroeger niet lekker vond vanwege de uitgesproken smaak (Spruitjes iemand?)  nu wel lekker is. Over het algemeen worden smaken als je ouder wordt dus minder sterk. Hierdoor zie je oudere mensen ook vaak meer zout gebruiken.

Smaken uit andere keukens

Welk voedsel je in de basis lekker vindt, wordt al in de baarmoeder bepaald.  Smaken uit het voedsel van de moeder worden ook door de baby geproefd.  Volgens het voedingscentrum zal je kind wel 10 tot 15 keer moeten proeven  voordat hij aan een smaak gewend is. Dat hoeft trouwens niet te betekenen dat hij alles superlekker vindt. Kinderen ontwikkelen namelijk ook persoonlijke smaakvoorkeuren.

Voor volwassenen geldt eigenlijk hetzelfde. Omdat we bepaalde smaken en texturen gewend zijn, is het een kwestie van smaakpapillen ‘trainen’ voordat (uitgesproken) smaken als lekker worden ervaren.